Na de Havo kwam Sascha met klimaatverandering en duurzaamheid in haar achterhoofd uit bij haar studie Ruimtelijke Ontwikkeling aan de Haagse Hogeschool. “Aanvankelijk dacht ik iets technischer te gaan doen, maar bij gebiedsontwikkeling doe je heel concreet iets voor de mens. Dat vind ik leuk”, zo legt ze uit. “En, ook niet onbelangrijk, in deze studie combineer je het juridisch werken -de beleidsstukken- met het creatieve; het mogen inrichten van de stad.”
Zit je met Sascha aan tafel, dan merk je al gauw dat er een nieuwe generatie stedenbouwkundige tegenover je zit. Sascha zit vol energie om de stad beter te maken, met leefbaarheid en natuur als belangrijke pijlers: “Voor de mens heeft groen en natuur zó veel voordelen. Groen is goed voor je, het verbetert je welzijn en het is natuurlijk ook gewoon beter voor de natuur zelf. Waarom zou je een bos naast een stad planten, maar niet andersom: een stad als onderdeel van een bos? Lukt dat niet? We proberen het gewoon!”
Tijdens haar stage bij WSP kwam Sascha in aanraking met de praktijk. Als stagiair klimaatadaptatie bemoeide ze zich met een tool die locatiespecifiek klimaatadaptief advies geeft. Een tool die WSP ontwikkelt om de complexiteit van klimaatadaptatie behapbaar te maken en zo bij te dragen aan een meer klimaatbestendige leefomgeving. Ook werkte Sascha aan uitwerkingsplannen en verdieping van haar eigen opdracht. We leggen haar enkele vragen voor.
Waarom wilde je bij WSP, een advies- en ingenieursbureau, stage lopen?
“De breedte van een advies- en ingenieursbureau zoals WSP spreekt me aan. Veel nieuwe projecten en nieuwe gebieden maken het leuk. Ik heb het idee dat je bij bijvoorbeeld een gemeente wat meer beperkt bent. En de afdeling die ik vond bij WSP, met veel focus op klimaatadaptatie, sluit erg goed aan bij wat ik zelf interessant vind.”
Wat dacht je vooraf te gaan doen?
“We spraken af dat ik vooral aan de nieuw ontwikkelde tool van WSP kon gaan werken. Die tool geeft locatiespecifiek advies over hittestress, droogte, wateroverlast en overstroming. Ik kon me vooral gaan richten op de praktische onderbouwing van de tool: zodat de gebruiker weet waar hij of zij naar kijkt. Daarnaast zou ik ook mogen meewerken aan het opstellen van uitwerkingsplannen. Dat is een onderdeel van een bestemmingsplan, voor mij erg interessant want het is een stukje praktische verdieping vanuit mijn studie, waar we ze alleen doorlezen.”
En kwam dat overeen met je uiteindelijke werkzaamheden?
“Ik ben veel meer de diepte ingegaan dan ik vooraf had gedacht. Want tijdens de praktische onderbouwing waaraan ik begon, ontdekten we dat we nog veel meer onderbouwing van de data nodig hadden. Al die data, zoals hittestress en wateroverlast, zijn we gaan prioriteren. Dat heb ik gedaan met Paul van der Wal, die me hierin als GIS-specialist begeleidde. Zo konden we bijvoorbeeld door goed te analyseren bepalen waar een bepaald probleem, bijvoorbeeld wateroverlast, vandaan komt. Voor een gebruiker van de tool, bijvoorbeeld een gemeente, is dat cruciale informatie zodat men de juiste oorzaken aanpakt. Hiervoor heb ik ook referentieonderzoeken bekeken, om te zien welke gebouwen bij wateroverlast meer schade hebben dan anderen. Een heel simpel voorbeeld: een ziekenhuis heeft bij waterschade natuurlijk veel meer schade dan een gewone woning. Denk alleen al aan de apparatuur. Dát is informatie, en om die verdieping in de tool aan te brengen is gewoon hartstikke leuk en leerzaam. Ik voelde me hierin echt geen stagiair, ik leverde echt een eigen bijdrage en de samenwerking hierin was top.”
En de uitwerkingsplannen?
“Ja, daar heb ik ook aan mogen meewerken. Onder andere aan een uitwerkingsplan voor de nieuwbouwwijk Park Triangel in Waddinxveen. En ik heb ook nog milieuonderzoeken mogen doen voor verschillende plangebieden: beoordelingen van de aspecten stikstofdepositie en luchtkwaliteit. Genoeg gedaan dus!”
Hoe speelde corona een rol in je stage?
“Tja, al dat samenwerken ging natuurlijk wel via Teams. Maar dat ging prima. Ik ben uiteindelijk maar een paar keer op kantoor in Nieuwegein geweest. Toch heb ik alle collega’s wel één keer echt gesproken, dankzij het uitje in Maastricht. Daar hebben we met z’n allen het project Groene Loper bezocht; de brede, groene laan met grote bomen bovenop de A2-tunnel met daaraan gesitueerd circa 1.000 nieuwbouwwoningen in opbouw.”
En nu terug naar school?
“Zeker. Ik ga de komende jaren nog studeren en wellicht kies ik voor de Master Stedenbouwkunde. Want er is in de stedenbouwkunde nog zoveel te doen in Nederland. Nog zoveel te ontdekken, zoveel te creëren. Ik heb er wel zin in!”